MEDIA IN 1980-1989 OVER DE H.HARTKERK <=terugOnderstaand artikel is in mei 1989 verschenen in het Katholiek Nieuwsblad
HEILIG HART PAROCHIE TE SCHIEDAM
Een goede haven aan de Nieuwe Maas
In het zuidoosten van Schiedam, ingeklemd tussen industriecomplexen en havens, ligt de wijk De Gorzen. Het woongebied is ontstaan in het begin van deze eeuw, langs de Nieuwe Maas. Ook hier heeft de voortschrijdende ontkerkelijking zijn tol geeist. De nederlands-hervormde kerk is in 1980 afgebroken en de gereformeerde kerk ‘De Goede Haven’ uit 1960 is omgebouwd tot bibliotheek. De klokketoren, zo goed zichtbaar vanaf de Nieuwe Maas verdween daarbij. Eén kerk bleef recht overeind: de rooms-katholieke H.Hartkerk aan de Lekstraat. Na aanvankelijke terugloop is het aantal parochianen nu stabiel. De kerkgemeenschap bloeit dankzij de inzet van velen.Vijf jaar is pastoor Van Zaal alweer hier. Hij woont in de grote pastorie, die hij deelt met nog een priester. De parochie heeft het financieel niet echt breed, maar de vele vrijwilligers vangen heel veel op. Pastoor Van Zaal vertelt, dat hulpvaardigheid een belangrijke karaktertrek is in deze parochie. Overal zet men zich voor in. Een onderhoudsgroep heeft de hele pastorie opgeknapt, geschilderd en behangen. Een ‘poetsgroep’ zorgt ervoor, dat de kerk steeds blinkend schoon is. Weer andere mensen zorgen voor de kerkversiering. Dankzij hen staan er steeds weer verse bloemen op het altaar.
Ook voor de zieken en bejaarden in de H.Hartparochie wordt goed gezorgd, door een afdeling van ‘De Zonnebloem’. Onder de mis verzorgen enkele parochianen een apart programma voor kinderen. Pastoor Van Zaal bereidt zelf de kinderen voor op hun eerste communie en vormsel, waarbij hij assistentie heeft van een paar dames. De liturgie wordt verzorgd door een gemengd koor en een jeugdkoor. Er worden meerstemmige Nederlandse en Latijnse missen gezongen. Verder maakt men gebruik van de missaaltjes van Berne-Heeswijk. Pastoor Van Zaal benadrukt, dat de koren er zijn ten dienste van de gemeenschap. Het is dus niet belangrijk of een mis op adembenemende wijze wordt gezongen. Veel belangrijker is het, dat iedereen enthousiast meedoet, vanuit het hart meezingt. De koren verlenen belangeloos hun medewerking.
De H.Hartparochie heeft een maandblad, ‘De Gorzenklok’. Een vijfhoofdige redactie zorgt ervoor, dat elke maand een goed gevuld nummer van de Gorzenklok verschijnt. Het tijdschrift is nog piepjong. In januari 1989 verscheen het eerste nummer. Er waren al eerder parochiebladen, maar in deze opzet is het fonkelnieuw, zij het met de naam van het eerste parochieblad, dat in de parochie verscheen. Nieuws, agenda, overwegingen, mistijden, heiligenlevens en familieberichten: een veelzijdig blad.Archief
De H.Hartparochie heeft een eigen parochiearchief. In ‘De Gorzenklok’ verschijnen regelmatig artikelen over de parochiegeschiedenis en anecdotes. Ruim zeventig jaar bestaat de H.Hartparochie nu. Voordien gingen de bewoners van De Gorzen ter kerke in de Frankelandse kerk, al twintig jaar geleden gesloopt. De eerste tien jaar behielp men zich met een noodkerk, gekocht in het Gelderse Vaassen. Na tien jaar begon de noodkerk bouwvallig te worden. Architect Han Groenewegen kreeg toen de opdracht om een nieuwe kerk te ontwerpen. Zijn eerste plan was te duur. Met lof van de schoonheidscommissie werd tenslotte een wat minder omvangrijk plan door de bouwcommissie van de H.Hartparochie goedgekeurd. De kerk werd gebouwd voor f.204.000,-. Er moest dus heel wat geld bijeengebracht worden. Op een briefkaart vinden we de noodkerk met daaronder de spreuk ‘Wil met Uw goud / dees kerk van hout / veranderen in een steenen’.
Tijdens de bouw waren er de nodige tegenslagen. Op 23 juli 1927 was het dan toch groot feest. Mgr. Callier, bisschop van het bisdom Haarlem, waaronder Schiedam toen viel, consacreerde de nieuwe kerk.
De bodemgesteldheid van Schiedam is niet al te best. Klei op veen en veen op klei, dat is de samenstelling van de grond in deze stad. Dat hebben ze geweten in de Gorzen. Ruim vijfentwintig jaar geleden werd vastgesteld, dat het voorste deel van de kerk, met de ingangspartij begon te verzakken. Dat hoeft geen fout in het ontwerp te zijn, maar de narigheid was er niet minder om. De ver uitstekende ingangspartij is afgebroken en fors ingekort. dat mag op zich wel jammer zijn, maar de nieuwe ingang is vakkundig ontworpen, helemaal in overeenstemming met de stijl van de kerk. Het is wel jammer, dat toen ook het kruis in de top van de voorgevel is verwijderd. Bij herstelwerkzaamheden om de verzakking op te vangen is het ingangsportaal als het ware naar binnen geschoven.
Enkele jaren geleden is de dakbedekking vernieuwd. Steeds weer moet er onderhoud gepleegd worden om de kerk in stand te houden en steeds kan men weer het benodigde geld bijeenkrijgen, dankzij de inzet van veel parochianen.Vernieuwing en kritiek
De H.Hartkerk is zowel in- als uitwendig helemaal een kind van zijn tijd. Han Groenewegen heeft niet veel kerken ontworpen. Hij wordt niet gerekend tot de groten van zijn tijd, maar toch heeft hij een heel verdienstelijk ontwerp geleverd, getuige ook de lof van de schoonheidscommissie, die toen nog het uiterlijk van bouwwerken moest beoordelen. Groenewegen ontwierp een brede eenbeukige kerkruimte, waarin iedere kerkganger vrij zicht heeft op het altaar. Dit soort kerkruimten begint pas op te komen als de neo-gothiek haar beste tijd heeft gehad.
Zoals zoveel kerken uit de twintiger jaren breekt ook deze kerk enerzijds met de oude vormen, maar anderzijds ook weer niet. De kerkzaal is nog steeds een rechthoek, ingedeeld in achter elkaar liggende delen, de zgn. ‘traveeën’. Ook is er nog een klein dwarsschip aanwezig. De ramen hebben nog steeds de gotische spitsboog. Maar de manier, waarop de vormgeving verder werd uitgewerkt is zeer modern. De ramen zijn gebaseerd op driehoeken, met de staande zijden uitgebogen. De spitsboog, die zo ontstaat, is een heel andere dan die in de gothiek. De gevels zijn verder heel sober. In de toren zien we, op al even sobere manier, het kruismotief verwerkt. De in deze kerk zo scherpe spitsboog keert overal terug: in de ramen, in de afdekking van de toren en in de spanten, die het dak dragen en die van binnenuit zichtbaar zijn. Door deze scherp geknikte houten spanten maakt het interieur een zeer rijzige indruk.
Er was in die jaren felle kritiek op deze vernieuwingsbeweging in de kerkelijke architectuur. Vooral het R.K.Bouwblad was hiervan een spreekbuis. In jaargang 4, nr.24 (29 juni 1933) krijgt ook de H.Hartkerk ervan langs. ‘Vormwil van would-be gothieken, torens met kermismutsen’, dat zijn de weinig vleiende bewoordingen, die men voor kerken als deze overhad. Maar langzamerhand worden deze kerken eindelijk gezien als sieraden in hun wijk, met eigentijdse torens. En daar ben ik het van harte mee eens.
Hans van Heijningen
<=terug